automatiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·ma·ti·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
automatiseren |
automatiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van automatiseren
- Jij automatiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van automatiseren
- Hij automatiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van automatiseren
- Automatiseert!