Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ma·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
automatiseren

automatiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van automatiseren
    • Jij automatiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van automatiseren
    • Hij automatiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van automatiseren
    • Automatiseert!