autoclaveerde
- au·to·cla·veer·de
vervoeging van |
---|
autoclaveren |
autoclaveerde
- enkelvoud verleden tijd van autoclaveren
- Ik autoclaveerde.
- Jij autoclaveerde.
- Hij, zij, het autoclaveerde.
- Ik autoclaveerde.
- Het woord autoclaveerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.