autoclaveer
- Geluid: autoclaveer (hulp, bestand)
- au·to·cla·veer
vervoeging van |
---|
autoclaveren |
autoclaveer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autoclaveren
- Ik autoclaveer.
- gebiedende wijs van autoclaveren
- Autoclaveer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autoclaveren
- Autoclaveer je?
- Het woord autoclaveer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.