attesteerden
- at·tes·teer·den
vervoeging van |
---|
attesteren |
attesteerden
- meervoud verleden tijd van attesteren
- Wij attesteerden.
- Jullie attesteerden.
- Zij attesteerden.
- Wij attesteerden.
- Het woord attesteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.