assigneert
- Geluid: assigneert (hulp, bestand)
- as·sig·neert
vervoeging van |
---|
assigneren |
assigneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assigneren
- Jij assigneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assigneren
- Hij assigneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van assigneren
- Assigneert!
- Het woord assigneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.