vervoeging van
arreglar

arregle

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arreglar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arreglar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arreglar