Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·rê·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
arrêteren

arrêteerden

  1. meervoud verleden tijd van arrêteren
    • Wij arrêteerden. 
    • Jullie arrêteerden. 
    • Zij arrêteerden. 

Gangbaarheid