armes mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord arme
vervoeging van
armer

armes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van armer
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van armer


vervoeging van
armar

armes

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar