arkæologer
- ar·kæo·lo·ger
- Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -log en met de woorduitgang -er
Naar frequentie | 38912 |
---|
arkæologer
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van arkæolog
Naar frequentie | 38912 |
---|
arkæologer