arkæologen
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·kæo·lo·gen
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -log en met de woorduitgang -en
Naar frequentie | 73033 |
---|
Zelfstandig naamwoord
arkæologen
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van arkæolog