• an·ti·de·pres·si·va

de antidepressivamv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord antidepressivum
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be