Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·sed·da
Woordherkomst en -opbouw
  • Zweeds woord met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 35313

Bijvoeglijk naamwoord

ansedda

  1. onbepaald nominatief meervoud van ansedd

ansedda

  1. bepaald nominatief van ansedd
Schrijfwijzen
  • (bij een mannelijke persoon of een mannelijk dier ook) ansedde

Bijvoeglijk naamwoord

mer ansedda

  1. meervoud vergrotende trap van ansedd

mest ansedda

  1. meervoud overtreffende trap van ansedd
    «Vi är ett av Sveriges mest ansedda kunskapsföretag.»
    Wij zijn een van de meest gewaardeerde informatiemaatschappijen van Zweden.

Werkwoord

ansedda

  1. meervoud voltooid (verleden) deelwoord van anse