Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·fal·let
Woordherkomst en -opbouw
  • Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 6491

Zelfstandig naamwoord

anfallet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van anfall