anatomiseerde
- ana·to·mi·seer·de
vervoeging van |
---|
anatomiseren |
anatomiseerde
- enkelvoud verleden tijd van anatomiseren
- Ik anatomiseerde.
- Jij anatomiseerde.
- Hij, zij, het anatomiseerde.
- Ik anatomiseerde.
- Het woord anatomiseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.