ambeteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ambeteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- am·be·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ambeteren |
ambeteerden
- meervoud verleden tijd van ambeteren
- Wij ambeteerden.
- Jullie ambeteerden.
- Zij ambeteerden.
- Wij ambeteerden.
Gangbaarheid
- Het woord ambeteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.