alumni

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  alumni    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• alum·ni

Zelfstandig naamwoord

de alumni mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord alumnus

   ▸ Ze scheurde de enveloppen open: bankafschriften van een rekening die ze niet meer - gebruikte, coupons van een winkel waar ze bijna nooit iets kocht, en het nieuwe tijdschrift voor alumni van de University of Exeter, waarvan ze de vorige edities niet eens uit het cellofaan had gehaald.

   ▸ In beide gevallen was dat een reactie op de protesten van de studenten, stafleden en alumni die zich met brieven, artikelen, demonstraties en onlineberichten verzetten tegen de bestaande orde.

Gangbaarheid

• Het woord alumni staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.