allitereerde
- al·li·te·reer·de
vervoeging van |
---|
allitereren |
allitereerde
- enkelvoud verleden tijd van allitereren
- Ik allitereerde.
- Jij allitereerde.
- Hij, zij, het allitereerde.
- Ik allitereerde.
- Het woord allitereerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.