• al·ler·vreemd·ste

allervreemdste

  1. verbogen vorm van de overtreffende trap van vreemd
     Die nacht droomde ik van hem, de ene droom nog vreemder dan de andere, maar de allervreemdste was toen we zij aan zij om het hardst zwommen met Johnny Weissmuller en we versloegen hem allebei vrij gemakkelijk.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767