allerslechtsten
- al·ler·slecht·sten
de allerslechtsten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord allerslechtste
- ▸ Maar zelfs in de allerslechtsten van ons is nog wel enig goed te vinden, wist je dat?' 'Dat kan ik in jouw geval moeilijk geloven.[1]
- ↑ Victoria Holt“Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731