• alarm·klok·ken

de alarmklokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord alarmklok
     Hij zag allerlei soorten klokken: staande klokken, mantelklokken, keukenklokken met glazen deurtjes die opengingen, klokken die waren ingebouwd in een lamp, schoolklokken, klokken met een carillon, alarmklokken, klokken in de vorm van een honkbal en een gitaar en zelfs één in de vorm van een kat met een slinger als staart.[1]
  1. Mitch Albom
    “De klokkenmaker” (2012), SAGA, ISBN 9788726876796