ajourneer
- ajour·neer
vervoeging van |
---|
ajourneren |
ajourneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ajourneren
- Ik ajourneer.
- gebiedende wijs van ajourneren
- Ajourneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ajourneren
- Ajourneer je?
- Het woord 'ajourneer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.