afzoek
- af·zoek
vervoeging van |
---|
afzoeken |
afzoek
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoeken
- ... dat ik afzoek.
- Het woord afzoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
afzoeken |
afzoek