afstamt
- af·stamt
vervoeging van |
---|
afstammen |
afstamt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstammen
- ... dat jij afstamt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstammen
- ... dat hij afstamt.
- Het woord afstamt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.