• af·skye·li·ge
  • Deense bijvoeglijknaamwoordsvorm met het voorvoegsel af-, met het invoegsel -e-, met het achtervoegsel -lig en met de woorduitgang -e
Naar frequentie 10202

afskyelige

  1. onbepaald meervoud stellende trap van afskyelig

afskyelige

  1. bepaald stellende trap van afskyelig