affecteert
- Geluid: affecteert (hulp, bestand)
- af·fec·teert
vervoeging van |
---|
affecteren |
affecteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affecteren
- Jij affecteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affecteren
- Hij affecteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van affecteren
- Affecteert!
- Het woord affecteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.