actievoerde
- Geluid: actievoerde (hulp, bestand)
- ac·tie·voer·de
vervoeging van |
---|
actievoeren |
actievoerde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van actievoeren
- ... dat ik actievoerde.
- ... dat jij actievoerde.
- ... dat hij, zij, het actievoerde.
- ... dat ik actievoerde.
- Het woord actievoerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.