• ac·qui·reert
vervoeging van
acquireren

acquireert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van acquireren
    • Jij acquireert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van acquireren
    • Hij acquireert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van acquireren
    • Acquireert!