achthonderdachtenveertigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • acht·hon·derd·acht·en·veer·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het achthonderdachtenveertigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord achthonderdachtenveertig

Gangbaarheid