• ach·ter·volg·de
vervoeging van
achtervolgen

achtervolgde

  1. enkelvoud verleden tijd van achtervolgen
    • Ik achtervolgde. 
    • Jij achtervolgde. 
    • Hij, zij, het achtervolgde. 
  2. verbogen vorm van achtervolgd, voltooid deelwoord van achtervolgen