achterophink
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·op·hink
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achterophinken |
achterophink
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterophinken
- ... dat ik achterophink.
Gangbaarheid
- Het woord achterophink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.