achterbuurtje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·buurt·je
Zelfstandig naamwoord
het achterbuurtje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord achterbuurt
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·buur·tje
Zelfstandig naamwoord
het achterbuurtje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord achterbuur