• ach·ter·aan·zit
vervoeging van
achteraanzitten

achteraanzit

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteraanzitten
    • ... dat ik achteraanzit. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteraanzitten
    • ... dat jij achteraanzit. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteraanzitten
    • ... dat hij achteraanzit.