Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·aan·kwam

Werkwoord

vervoeging van
achteraankomen

achteraankwam

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van achteraankomen
    • ... dat ik achteraankwam. 
    • ... dat jij achteraankwam. 
    • ... dat hij, zij, het achteraankwam.