absorbeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: absorbeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ab·sor·beert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
absorberen |
absorbeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absorberen
- Jij absorbeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absorberen
- Hij absorbeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van absorberen
- Absorbeert!