absorbeer
- ab·sor·beer
vervoeging van |
---|
absorberen |
absorbeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absorberen
- Ik absorbeer.
- gebiedende wijs van absorberen
- Absorbeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absorberen
- Absorbeer je?
- Het woord absorbeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.