aanzeilden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanzeilden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·zeil·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzeilen |
aanzeilden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanzeilen
- ...dat wij aanzeilden.
- ...dat jullie aanzeilden.
- ...dat zij aanzeilden.
- ...dat wij aanzeilden.
Gangbaarheid
- Het woord aanzeilden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.