Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·klop·te

Werkwoord

vervoeging van
aankloppen

aanklopte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aankloppen
    • ... dat ik aanklopte. 
    • ... dat jij aanklopte. 
    • ... dat hij, zij, het aanklopte.