aankleurt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·kleurt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aankleuren |
aankleurt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankleuren
- ... dat jij aankleurt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankleuren
- ... dat hij aankleurt.
Gangbaarheid
- Het woord aankleurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.