Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·kleur·den

Werkwoord

vervoeging van
aankleuren

aankleurden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aankleuren
    • ...dat wij aankleurden. 
    • ...dat jullie aankleurden. 
    • ...dat zij aankleurden. 

Gangbaarheid