aangehechte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangehechte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·ge·hech·te
Werkwoord
vervoeging van: | aanhechten… |
aangehechte
- verbogen vorm van aangehecht, voltooid deelwoord van aanhechten
vervoeging van: | aanhechten… |
verbogen vorm: | aangehechtee |
aangehechte