aaneenvoegt
- Geluid: aaneenvoegt (hulp, bestand)
- aan·een·voegt
vervoeging van |
---|
aaneenvoegen |
aaneenvoegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenvoegen
- ... dat jij aaneenvoegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenvoegen
- ... dat hij aaneenvoegt.
- Het woord 'aaneenvoegt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.