Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: minuten


  • Mi·nu·ten

Minuten

  1. meervoud van Minute, v
    «Das geschnittene Gemüse zur Suppe geben und 10 Minuten mitkochen lassen.»
    De gesneden groenten bij de soep doen en 10 minuten mee laten koken.
  • Es ist fünf (Minuten) vor zwölf.
Het is fijf (minuten) voor twaalf.