• IPA: /ˈaʊ̯gŋ̍blɪkŋ̍/, (duidelijk uitgesproken) /ˈaʊ̯gŋ̍blɪkən/ of ook /ˌaʊ̯gŋ̍ˈblɪkn̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˌaʊ̯gŋ̍ˈblɪkən/
  • Au·gen·bli·cken

Augenblicken mv

  1. datief meervoud van Augenblick