Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈanklaɪ̯dn̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈanklaɪ̯dən/
Woordafbreking
  • An·klei·den

Zelfstandig naamwoord

Ankleiden mv

  1. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Ankleide
Gelijkklinkende woorden