• IPA: /amˈhaːʀɪʃə/
  • Am·ha·ri·sche

Amharische o

  1. alsmede bepaald lidwoord gebruikte nominatieve en accusatieve enkelvoudvorm van Amharisch
    «Das Amharische ist entfernt mit dem Arabischen verwandt.»
    Het Amharisch/Amhaars is in de verte verwant met het Arabisch.