• IPA: /altɐnaˈtiːvn̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˌaltɐnaˈtiːvən/
  • Al·ter·na·ti·ven

Alternativen mv

  1. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Alternative (alternatief en alternatiefbeweging)
  2. mannelijk en vrouwelijk nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Alternative (lid van de alternatiefbeweging)
  3. mannelijk genitief, datief en accusatief enkelvoud van Alternative (lid van de alternatiefbeweging)
  4. vrouwelijk genitief en datief enkelvoud van Alternative (lid van de alternatiefbeweging)