• IPA: \ta.ka.i\, [ta̠ka̠i]

高い

  1. hoog
    «ヨーロッパで一番高いは何ですか?»
    Wat is de hoogste berg van Europa?
  2. duur
    «それとても高い。»
    Het is zeer duur.
  1. 短い kort
  2. 安い goedkoop
  1. 他界 hiernamaals