呼ぶ

  1. overgankelijk roepen
    «トムは自分名前呼ばれるのを聞いた。Tom hoorde dat zijn naam werd geroepen
  1. overgankelijk noemen
    «彼女健二呼ぶ。»
    Zij noemt mij Kenji.
  1. 呼び出す oproepen
  2. 呼び止める uitdagen
  3. 呼び出し het oproepen
  4. 呼び戻す terugroepen
  5. 呼び起こす wakker roepen
  6. 呼び寄せる
  7. 呼びかける
  8. 呼び入れる
  9. 呼び覚ます