ῥῆμα o

  1. (grammatica) werkwoord
    «Τοῦ δὲ λόγου ἐστὶν ὀκτώ· ὄνομα, ῥῆμα, μετοχή, ἄρθρον, ἀντονυμία, πρόθεσις, ἐπίρρημα, σύνδεσμος»
    Er zijn acht woordsoorten: naamwoord, werkwoord, deelwoord, lidwoord, voornaamwoord, voorzetsel, bijwoord en voegwoord[1]


  1. Dionysius Thrax.
    geciteerd in:
    Brandenburg, P.
    Apollonios Dyskolos: Über das Pronomen; Einführung, Text, Übersetzung und Erläuterungen (2005) Walter de Gruyter, Berlin/Boston; p. 56; ISBN 9783598778346