Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • ö·ver·ras·ka·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijke naamwoordsvorm met het voorvoegsel över-
Naar frequentie 8294

Bijvoeglijk naamwoord

överraskade

  1. onbepaald nominatief meervoud van överraskad

Bijvoeglijk naamwoord

överraskade

  1. bepaald nominatief enkelvoud van överraskad

Bijvoeglijk naamwoord

överraskade

  1. bepaald nominatief meervoud van överraskad

Werkwoord

överraskade

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van överraska